Aan het woord familie wordt vaak een andere betekenis gehangen dan de werkelijke definitie ervan. Bloedverwantschap, meer niet.
De emotie die verbonden is aan het woord familie is natuurlijk anders. Die geeft gebondenheid weer. Mensen die je vanaf je geboorte kent, waar je een lange geschiedenis mee hebt. Mensen waarvan je verwacht en hoopt dat ze er altijd voor je zullen zijn en voor je klaar zullen staan. Ongeacht de (domme) beslissingen die je maakt in je leven.
Zo stond ik er altijd in. Wat mijn familie ook deed, welke rare of domme keuzes ze ook maakten, wie ben ik om daarover te oordelen. Natuurlijk had ik wel mijn mening, maar ik heb naar mijn weten iedereen altijd gesteund. Voor iedereen klaargestaan.
Hoe moeilijk is het om te accepteren dat het niet wederzijds is. Dat mijn familie niet in staat is de keuzes te accepteren die ik heb gemaakt. Niemand die zich zichtbaar zorgen maakt, niemand die eens vraagt hoe het met me gaat, op een tante en één lieve nicht na. Dat heeft mij veel verdriet gedaan en dat doet het soms nog. Blijkbaar heeft het woord familie voor mij een andere betekenis dan voor hen.
Ik heb in dat opzicht dus geen familie meer. Ik ben iedereen kwijt.
Ik heb het geluk dat ik een nieuwe familie gevonden heb. De liefste man die ik me maar kan wensen en zeven schatten van kinderen die ik voor geen goud meer wil en kan missen, welke (domme) fouten ze ook gaan maken in hun leven. Een prachtig mens die ik mijn schoonmoeder mag noemen. Die me gewoon in haar familie opgenomen heeft of het nooit anders is geweest.
En dan heb ik een paar hele lieve vrienden, die mijn keuzes gewoon geaccepteerd hebben. Die me niet veroordelen of verlaten hebben.
Dat maakt mij een gelukkig mens, met mijn nieuwe familie.
Opgeslagen onder Overpeinzingen